In iedere samenleving wonen mensen van verschillende culturen. Er zijn dan altijd kleinere groepen die zich onderscheiden van de meerderheid. Zij spreken een andere taal of hebben andere etnische kenmerken of religie. Deze kleine groep wordt een minderheidsgroep genoemd. In Nederland is er één minderheidsgroep die officieel als nationale minderheid wordt erkend, namelijk de Friezen. De Nederlandse overheid zorgt voor het behouden en bevorderen van de Friese taal door onder andere de taal als een officiële taal te erkennen in de provincie Fryslân. Friese inwoners mogen hierdoor gebruik maken van hun taal in de rechtbank. Echter, in delen van de rest van de wereld worden minderheden niet zo sympathiek behandeld. In tegenstelling tot de Friezen zijn er minderheden die moeten vrezen voor vervolging in hun eigen land. In deze blog behandel ik één van die minderheidsgroepen: de Oeigoeren.
De Oeigoeren
Eind februari kwam Nederland in het wereldnieuws toen het Nederlands parlement de genocide tegen de Oeigoeren erkend had. Overigens waren Canada en de Verenigde Staten Nederland wel al voor met een dergelijke erkenning. De verhalen van de Oeigoeren zijn over het algemeen iets bekender dan de Rohingya. Het is ook een relatief ‘nieuwe’ kwestie. Men heeft waarschijnlijk wel een keer gehoord over de ‘heropvoedingskampen’ in China voor de Oeigoeren. Maar voor iedereen die deze kwestie niet zo goed kent, is hier een samenvatting.
De Oeigoeren bestaat uit een volk dat hoofdzakelijk moslim is. Zij leven voornamelijk in de noordwestelijke provincie Xinjiang van China. Zij vormen de grootste etnische minderheidsgroep in deze regio en spreken hun eigen taal (Uyghur) dat verwant is met het Turks. De Oeigoeren voelen zich dan ook op cultureel en etnisch gebied meer verbonden met de landen in Centraal-Azië.
Net als bij de Rohingya in Myanmar waren er altijd al spanningen aanwezig tussen de Oeigoeren en de overheid. De achtergrond en oorzaak van die spanningen heeft deels te maken met de beperkingen van de Chinese overheid op religieus gebied. Zo mogen Oeigoeren in overheidsdienst geen islamitische kleding dragen. Ook is koranstudie slechts toegestaan in door de overheid bepaalde scholen. De huidige problemen van de Oeigoeren met de Chinese overheid begonnen grotendeels na de aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten. De controle over de politieke, sociale en religieuze activiteiten werden toen versterkt onder het mom van ‘bestrijding van terrorisme’.
Door de onderdrukking radicaliseerde er een kleine groep van de Oeigoeren. De Chinese autoriteiten gebruikte deze kleine groep als rechtvaardiging voor hun versterkte greep op de gehele bevolking in de regio.
Censuur
In de afgelopen jaren kwam er steeds beetje bij beetje informatie naar buiten over de vreselijke omstandigheden van de Oeigoeren in China. Het is moeilijk om de informatie bevestigd te krijgen vanwege de strenge censuur in China. Niemand krijgt de toegang tot de regio voor het uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek naar de schendingen. Desondanks is het wel duidelijk dat de moslimminderheid in China stelselmatig onderdrukt wordt. In 2019 zijn er interne overheidsdocumenten naar The New York Times gelekt. Uit deze documenten bleek de systematische onderdrukking van de Oeigoeren. In de kampen waar de Oeigoeren verblijven, worden zij gemarteld en gehersenspoeld. Een Australische denktank heeft in 2020 op basis van satellietbeelden aangetoond dat er in binnen drie jaar in de regio 380 interneringskampen gebouwd zijn.
Hoewel China voortdurend de mensenrechtenschendingen in Xinjiang blijft ontkennen, is het hoopvol om te weten dat de rest van de wereld beter weet. Hopelijk zullen meer landen de genocide erkennen en worden er ook concrete stappen ondernomen. Op deze manier komt er hopelijk snel een einde aan de vreselijke situaties van de Oeigoeren.
Heb je naar aanleiding van dit artikel opmerkingen of vragen over de Oeigoeren dan kun je via deze link contact opnemen, of stuur een mail naar info@advocaatclaudia.nl