Dwangsommen, noodwet en overschrijding van wettelijke beslistermijnen

De overheid moet zich aan bepaalde termijnen houden, dat staat in de wet. Binnen die termijn moet de overheid een besluit nemen. Doet de overheid dit niet? Dan kun je de overheid ‘in gebreke stellen’. Je geeft de overheid dan eigenlijk een laatste waarschuwing om binnen twee weken toch echt die beslissing te nemen. Komt die beslissing nog niet, dan is het mogelijk om een procedure te starten bij de rechtbank. De rechtbank legt dan een termijn op waarbinnen de beslissing genomen moet worden op straffe van een hoge dwangsom.

Er zijn bestuurlijke dwangsommen, deze volgen na de ingebrekestelling automatisch en zijn bij wet bepaald. En rechterlijke dwangsommen, deze volgen na uitspraak van de rechter en worden door de rechtbank bepaald.

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is ook een overheidsorgaan en dient zich ook aan wettelijke termijnen te houden. Een overzicht van de wettelijke termijnen per aanvraag kun je hier vinden.

Omdat de IND stelselmatig te laat is met beslissen op aanvragen moesten er veel dwangsommen worden uitbetaald. Om dat te beperken is er een noodwet in het leven geroepen. Deze noodwet schaft de dwangsomregeling af. In gebrekestellen of een procedure starten bij de rechtbank heeft dan niet veel zin meer. In 2020 schreef ik er deze blog over.

Inmiddels hebben de rechtbanken en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling, de hoogte bestuursrechter) er duidelijkheid over gegeven. Kort gezegd komt het erop neer dat voor asielzoekers de bestuurlijke dwangsom is afgeschaft, Door uitspraken van de Afdeling van 6 juli en 30 november 2022 lijkt het erop dat de rechterlijke dwangsom (de dwangsom die wordt opgelegd door de rechtbank), wel nog door de rechters kunnen worden opgelegd.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft, kunt u via deze link contact opnemen. Tevens kunt u een e-mail sturen naar info@advocaatclaudia.nl