Afwijzing asielaanvraag in verband met verdenkingen terreur of ernstige misdrijven

Het vluchtelingenverdrag is opgesteld om mensen te beschermen die uit hun land zijn gevlucht. Het is dan niet de bedoeling dat je de personen waarvoor je bent gevlucht tegenkomt in het land dat jou bescherming biedt. Het is ook niet de bedoeling dat oorlogsmisdaders in Nederland komen wonen. Om dat te voorkomen is artikel 1F opgenomen in het vluchtelingenverdrag.

ARTIKEL 1F

Dit artikel luidt alsvolgt:

De bepalingen van dit Verdrag zijn niet van toepassing op een persoon ten aanzien van wie er ernstige redenen zijn om te veronderstellen, dat:

  • (a)hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft begaan, zoals omschreven in de internationale overeenkomsten welke zijn opgesteld om bepalingen met betrekking tot deze misdrijven in het leven te roepen;
  • (b)hij een ernstig, niet-politiek misdrijf heeft begaan buiten het land van toevlucht, voordat hij tot dit land als vluchteling is toegelaten;
  • (c)hij zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen welke in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties.

Dit betekent dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst een verblijfsvergunning mag weigeren op het moment dat er ernstige verdenkingen zijn dat deze persoon zich in het verleden schuldig heeft gemaakt aan ernstige misdrijven zoals terreurmisdrijven, oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid.

De aanvraag asiel wordt afgewezen, maar je hebt ook geen recht op andere verblijfsvergunningen. Je zult dus in principe het land moeten verlaten; je mag niet in Nederland blijven.

10 jaren beleid

Na tien jaren kan geprobeerd worden weer een vergunning aan te vragen maar in bijna geen enkel geval is dat tot nu toe gelukt.

Familieleden

De afwijzing op grond van 1F beperkt zich niet alleen tot de asielzoeker zelf maar vaak ook tot de gezinsleden. Ook zij krijgen in veel gevallen geen verblijfsvergunning.

Artikel 1F in combinatie met artikel 3 EVRM

Nu is het zo dat Nederland ook gehouden is aan het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. En dat verdrag bepaalt weer dat mensen niet mogen worden teruggestuurd naar een land waar zij risico lopen op foltering of onmenselijke behandeling. Het kan dus zo zijn dat je niet in Nederland mag blijven en hier ook geen verblijfsvergunning krijgt, maar dat je tegelijkertijd niet kunt worden teruggestuurd naar je eigen land. Je krijgt in Nederland geen onderdak of zorgverzekering, maar je kan ook niet gedwongen worden uitgezet. Je zit dan letterlijk tussen wal en schip.

Problemen

Het vervelende met het uitgeven van de 1F status is dat als je tegelijkertijd iemand niet terug kunt sturen je deze persoon uit het oog verliest. Mensen worden de straat op gestuurd en hebben recht op niets. Deze mensen – die de Nederlandse overheid niet wil opvangen onder andere i.v.m. potentieel gevaar voor de samenleving – worden op deze manier uit het oog verloren. Zou je als overheid deze mensen het liefst niet in de gaten willen houden?

Meer informatie

Op de website van One World vind je een aantal interessante artikelen waaronder een verhaal van een gezin die te maken kreeg met artikel 1F; hun verhalen vind je hier.

Voor specifieke vragen of advies kunt u via deze link contact opnemen, of mail naar info@antwoordopvreemdelingenrecht.nl.